Hoeft niet |
fluister
ik in het vlees tussen mijn tanden jouw borst je huid is zo keurig en je zweet is van zijde oh hoe te herinneren wat zich vernietigend laat verleiden geef me je hand ik zal hem je dragen je bent de wolken waarop ik steden bouw leg je hoofd in mijn handen dat je lief lijf dan rust en je tranen mengen mijn zweet laat me ver je voeten leiden hun spoor tekent de aarde waarheen waarheen je maar wilt hoe hou ik dit vol liefde hoe hou ik dit achter hoe hou ik dit tussen mijn lippen en je niet te vergeten wanneer ik je breek laat me dan juichen steeds zal ik je dragen je naam ik zal dansen dwars door je heen en weer zal ik je roepen je bent de spiegeling op mijn netvlies die breekt zo ik je noem geef me je mond dat ik haar spreek met bloed zal ik ze zoenen je lippen ze lachen maar de diepere ernst ik zoek in het verder en dieperder rood zal ik je weten bijt ik je oor je siddert het klapwiekt en nu mij weet je je dak en je muur beperk ik jou jij mij omgevende ik ben ook je vloer en je trede maar nu ben ik een mes dat snijdt waar je het beetpakt glimmend en rijtend verlaat het je trillende besmeur ik schoonheid breek ik kristal dan tenminste de twinkeling van water in mijn dromen woel nog wou nog vragen weet je nog hoe wij twee zonnen botsend ontploften en werden een vruchtbaar rijk |
toevallige achtergrondinfo gepubliceerd in Meander (1998) uit: omdat het klinkt maar niet vastligt (2001) uit: vanwege een nieuwe uitleg (1997) |